Jaargang 124 (2024) – Aflevering 4
Artikelen
Alexander Soetaert
Jacob vande Velde (Veldius, ca. 1526-1580) was een van de meest productieve katholieke auteurs uit de Zuidelijke Nederlanden in de periode 1560-1580. De levensloop van deze geleerde Brugse augustijn wordt toegelicht, zijn werk, waarin de gebeurtenissen te Brugge zich voor een stuk weerspiegelen, en zijn belang binnen de katholieke schrijverskringen uit die tijd. Opvallend is dat hij zowel in het Latijn als in het Nederlands publiceerde. Als bijlage wordt een overzicht van zijn werken toegevoegd.
Peter De Baets
Den troost der armen en Guillaume Simons van Kortrijk
Een zeer populair remedieboekje van ene Guillaume Simons, herhaaldelijk gepubliceerd vanaf de vroege 18de eeuw, blijft intrigeren. Een eerste druk zou dateren uit 1702, maar dit lijkt onzeker. De auteur was vermoedelijk een koopman (†1712), die ontvanger-generaal van de Kortrijkse H. Geestschool geweest was, wat zijn oproep tot zorg voor de armen kan verklaren.
Chris Vandewalle
Placide Hagebaert en Guido Gezelle: En ’t is voor het volk dat ik schrijf
Placide Haghebaert (1849-1905) was een priester, die in 1888 toetrad tot de dominicanenorde. Als West-Vlaamse taalparticularist stond hij in contact met de bekende voormannen en werkte hij o.m. mee aan Rond den Heerd, maar ook aan Loquela. P.H. kende heel wat talen en was erg actief als vertaler, met een breed gamma van sprookjes tot religieuze werken, die hij met gevoel en inzicht omzette naar Vlaamsche verzen en verdietsingen. Daarbij nam hij de vertaling op zich van werk, waar Gezelle maar niet toe kwam. Correspondentie tussen beiden bleef bewaard en licht hun verhouding toe.
Kristiaan Dillen
Het Duitse marinekorps tijdens de bezetting van ’14-’18 en zijn interesse voor laatmiddeleeuwse geschiedenis
De veroordeling van de Duitse matroos Willem von Hollen in 1917 wegens het bezit van gedichten en liedjes die de Krijgsmarine en de oorlog bespotten, vormt de aanleiding voor een onderzoek naar dit Korps en zijn houding tegenover Vlaanderen. Oorlogsmoeheid stak op, waartegen de Duitse veldkrant An Flanderns Küste moest reageren. De laatmiddeleeuwse geschiedenis van Vlaanderen bood daarbij aanknopingspunten, die gretig aangehaald werden.
Johan Termote
Het paneel Het Laatste Avondmaal door Frans Denys uit 1604
Een schilderij, thans in de kerk van Oostkerke (Diksmuide), werd recent gereinigd en geconsolideerd. Tot de Eerste Wereldoorlog hing dit in de Veurnse Sint-Walburgakerk. In dit artikel wordt het gelinkt aan de reeds bekende archivalische bronnen, zodat het het eerste met zekerheid aan Frans Denys toegeschreven werk is.
Koenraad Vandenbussche
Een vrije jaarmarkt in Izegem (1609)
Historici stelden tot dusver dat pogingen om in Izegem een jaarmarkt her op te richten spaak liepen op verzet van andere steden. Een tweede verzoek van de graaf van Izegem in 1609 lijkt evenwel meer succes gehad te hebben.
Jacht met valken werd in de middeleeuwen ook in Vlaanderen beoefend door de hogere standen. Vanuit de Oostzee en het Hoge Noorden werden giervalken aangevoerd, waarvoor Brugge als doorvoer- en verdeelcentrum gold. De stad gebruikte zelf ook regelmatig giervalken als relatiegeschenk.
Frans Debrabandere
Volks etymologie
Volksetymologieën genieten geen goede naam, maar vormen een interessant taalfenomeen. Diverse vormen worden toegelicht, als begripsassociatie, in het volksgeloof, voor de verklaring van eigennamen en zo meer.
Benoît Delaey
De oorsprong van het gebeeldhouwd reliëf met Christus aan het kruis in de Onze-Lieve-Vrouw-van-Blindekenskapel in Brugge
Een manuscript uit 1830-1831 van Pieter Van Lede, werkzaam bij het West-Vlaamse provinciebestuur, bevestigt dat het in de titel vermeld beeldhouwwerk niet uit de Sint-Donaaskerk komt, maar uit de Eekhoutabdij.
Jean Luc Meulemeester
De grafzerk van kluizenares ‘suster Catheline’ in de Jeruzalemkapel in Brugge
De Engelse kluizenares ‘suster Catheline’ werd in 1468 begraven in de Jeruzalemkapel in Brugge. Enkele handschriften bieden meer gegevens over de precieze locatie van haar grafzerk, waarvan nu ook een afbeelding bekend is.

Mengelmaren
Zwaarddansers in Oostende, 1612-1616 (Koenraad Vandenbussche) 666. – Een Nederlander op pad door Frans-Vlaanderen (Alexander Soetaert) 685-686. – Het eeuwenoude verlangen naar de zee (Guido Rappé) 687-689. – Vroege telefoons in West-Vlaanderen (Koenraad Vandenbussche) 690-691. – Brugse auteurs en provenances in de collectie de Dorlodot (Alexander Soetaert) 691-692.
Beantwoorde vragen
Harro Harring in Brugge (1835) (Koenraad Vandenbussche) 692-693.
In Memoriam
Alfons Dewitte (1934-2024) 693.
Boekbesprekingen
Erik Driessen, Verborgen taal: het vergeten verhaal van de Nederlanden in Frankrijk (Alexander Soetaert) 685-686. – Jeroen Cornilly, Het verlangen naar zee. Tweehonderd jaar vakantie aan zee en bouwen aan de kust (Guido Rappé) 687-689. – Antony Smal, m.m.v. Bruno Liesen, Éditions plantiniennes. Collection Philippe de Dorlodot (Alexander Soetaert) 691-692.
Kleine verscheidenheden uit Vlaamse bronnen
Tarraesback. – Derde tegel. – Tempelmaker. – Tourtenaer. – Tuwaers. – Voddekapper. – Wijfwaerheit. – Zetelaar.
Vraagwinkel
Boekjes over de strijd tegen de Turken. – Minderbroeders in Gits. – Zwarte bende. – Een portret van Bernard Wynckelman door Pieter Pourbus, 1557. – Perenliefhebber. – Joost Plumyoen (1692-1752). – Franciscanessen in Stalhille. – Emile Houdmont.