Jaargang 124 (2024) – Aflevering 2

Artikelen

Reconstructie van het leven van Louis Doornaert (Kortrijk 1811-Brugge 1847), die na zijn huwelijk met Adriana van Rynsbergen (weduwe Della Faille) in Brugge een kruidenierszaak uitbaatte, maar er daarna actief was als drukker. Waarschijnlijk richtte zijn kleine drukkerij zich vooral op gelegenheidsdrukwerk. Misschien was hij even betrokken bij een radicale Kortrijkse krant, maar daarna richtte hij een lithografische drukkerij op. Hij ging failliet, probeerde het nog in Mechelen, maar keerde dan terug naar Brugge, waar hij overleden is. Er is slechts weinig drukwerk bekend.

Koenraad Vandenbussche

Vervuilende fabrikanten met mechanische garens in Roeselare (1843)

139-144

Vanaf 1842 deed de Industriële Revolutie voorzichtig zijn intrede in Roeselare bij de lijnwaadproductie. De verontreiniging van de Mandel zorgde meteen al voor milieuproblemen. Na lokale klachten kwam in de zomer van 1843 de Brugse apotheker Vandevyvere namens de Provinciale Geneeskundige Commissie poolshoogte te nemen. Het negatieve resultaat van zijn onderzoek in vijf bedrijven en van een chemische ontleding van de waterkwaliteit van de rivier wordt toegelicht.

Jan Delfosse

De rijke bibliotheek van het Spaans-Brugse echtpaar Castillo-Puebla (1635)

145-173

Clemente de Castillo was een Spaanse militair, die vanaf de 1580’er jaren in Vlaanderen actief was en er huwde met Maria de la Puebla, dochter van een Spaanse handelaar en een Brugse moeder. Hij stierf in 1611, en zijn weduwe begiftigde later de Brugse jezuïeten met hun rijke bibliotheek. Hoewel niet alle boeken door Clemente zelf aangekocht zijn, geeft de samenstelling van de bibliotheek – met voor de helft religieuze boeken – toch een inzicht in de interesses van het koppel, die een erg breed scala aan onderwerpen beslaan.

Nico Lioce

West-Vlaams bɑ’nɑnǝ “dronken”

174-178

Taalkundige verkenningen van specifieke uitdrukkingen die met dronkenschap te maken hebben onder meer op basis van talrijke artikelen in Biekorf. Daarna ligt de focust op het eerder recente ‘banane’, waarvoor een Engelse etymologie voorgesteld wordt.

Andries Van den Abeelde

Hulsterloo

179-189

Hulsterloo is een plaatsnaam (bos) nabij Hulst, die o.m. voorkomt in het Reynaert-epos. Omstreeks 1350 werd in Brugge een broederschap opgericht, die een link had met de begarden in die stad. Wellicht in 1410 verhuisde de broederschap naar Damme, met nu vooral relaties met het bontwerkersambacht. De broederschap kende er een enorme bloei, met leden uit de Brugse notabele kringen, maar ging teloor in de vroege 17de eeuw.

Ronald Van Belle

Een salonstuk van Jan Garemijn met putto, papegaai en vruchten

190-197

Een schilderij in privé-bezit hoorde ooit samen met een werk dat door Jan Garemijn gesigneerd is, maar waarvan de verblijfplaats thans onbekend is. Het bewaarde doek, een ‘putto spelend met een papegaai’, wordt gesitueerd binnen het œuvre van de bekende Brugse schilder (1712-1799), de iconografie toegelicht.

Peter De Baets

Over een portret uit de omgeving van Frans Pourbus de Oudere (1545-1581)

198-207

Een miniatuurportret dat aan de omgeving van Frans Pourbus de Oudere toegeschreven wordt, is onlangs geveild. Het kan een voorstelling bieden van Johannes Bogaert (†Oostende 1583), de vader van de gelijknamige Haarlemse predikant (†1614). Hun levensloop, o.m. in de Vlaamse kuststreek te Oudenburg-Leffinge, wordt geschetst.

Johan R. Boelaert

Karel de Goede en de evolutie van de postmortale zorg voor de West-Europese vorsten in de 11de en 12de eeuw

208-223

De zorg voor de stoffelijke resten van graaf Karel de Goed, vermoord en begraven te Brugge in 1127, wordt vergeleken met de postmortale zorg voor een dozijn vorsten uit de middeleeuwen (van Karel de Kale in 877 tot Frederik Barbarossa in 1190), van wie vaak delen van het lichaam op verscheidene plaatsen een bestemming vonden. Die evisceratie (het openen van het lijk en het wegnemen van bepaalde organen) lijkt al voor het jaar 1000 ingang gevonden te hebben.

Peter De Baets

Jacobus Cruquius (1514-1516 – 1583): enkele biografische aanvullingen

224-227

Naar aanleiding van een eerdere bijdrage over een brief van Jacobus Cruquius (1514/1516-1583), worden de biografische en familiale data van de 16de-eeuwse geleerde nader onderzocht.

Frans Debrabandere

228-231

Bandieten en deugnieten: de volkstaal heeft er allerlei variaties voor. Ze worden hier naast elkaar gezet en zo mogelijk etymologisch ontleed.

Koenraad Vandenbussche

Bruno Jozef Boucquillon (1816-1878)

232-236

Bruno Boucquillon was een uit Kortrijk afkomstige kunstenaar, die in 1839 naar Antwerpen trok. Hij was er bedrijvig als schilder van religieuze en genrestukken. Zoals zijn dichtwerk, dat in erg kleine oplage verscheen, kregen die slechts matige kritieken. Na zijn huwelijk in 1849 trok hij zich terug uit het openbare leven. Postuum werden de gedichten heruitgegeven, opnieuw in kleine oplage. Enkele ervan behandelen West-Vlaamse legenden.

Mengelmaren

Website tijdschriftbiekorf.be vernieuwd (Alexander Soetaert) 237. – Kerken ghescepen haesteleke te vallene (1441-1446) (Koenraad Vandenbussche) 237-238. – Geactualiseerde Digitale Encyclopedie van de Vlaamse beweging (Marc Carlier) 238-240. – Protest tegen roten van vlas in Damse vaart (1840-1842) (Koenraad Vandenbussche) 240-241. – Een verhaal van Frans-Vlaanderen (LV) 241-243. – Sacris Erudiri en Luc Jocqué (LV) 243-245. – Kerkzilver uit Slijpe verstopt in een Brugse gracht (1552) (Koenraad Vandenbussche) 245. – Een Brugse plakalmanak uit 1742 als ‘processtuk’ (Bob Vranken) 245-248. – Een renaissanceband van Marcus Laurinus (Ludo Vandamme) 248-250.

Beantwoorde vragen

Odewye (F.D.) 207. – Pierke Pacxstraet (Jan van Loo) 231. – Bruno Jozef Boucquillon (1816-1878) (Koenraad Vandenbussche) 232-236.

Boekbesprekingen

Encyclopedie van de Vlaamse beweging: de synthese & www.encyclopedievlaamsebeweging.be (Marc Carlier) 238-240. – Wido Bourel, Frans en toch Vlaams: het verhaal van Frans-Vlaanderen (LV) 241-243. – Johan Leemans & Bart Janssens (ed.), ‘La France monastique et pastorale au XIIe et XIIIe siècle’, in: Sacris Erudiri, 61 (202), p. 297-506 (LV) 243-245.

Kleine verscheidenheden uit Vlaamse bronnen

Uut eender handt. – Lambroseren. – Luyckermes. – Miszouten. – Wolvengaren. – Nootsteen. 251-252

Vraagwinkel

Middeleeuwse zegelmatrijzen als sierstempel van boekbanden: uitzonderlijk of een algemeen verschijnsel? – Bulletin der Landbouwmaatschappij van het arrondissement Yperen. – Koning Willem I. – Een grafmonument voor Petrus Dathenus. – Zuster Scholastica. – Een bezitsmerk van Franciscus Nansius. – Steenbakkers uit Verlinghem. – Belladonna als doping. – Lamotius en Ieper.