Brecht Demasure

‘De gyproc van 1919’. Het ambacht van het lattenklieven nieuw leven ingeblazen (1)

129-149

Het lattenklieven werd tijdens het laatste kwart van de 19de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw vooral in Sint-Joris en Beernem uitgeoefend. Het ambacht bestond uit het tot latjes klieven van verzaagde boomstammen die bruikbaar konden zijn om als drager voor pleisterwerk te dienen.

Lucien Van Acker

Dubbele poorterschappen

150-154

Hoewel het in 1402 verboden werd een dubbel poorterschap te bezitten, blijken er later toch mensen met dit dubbele statuut voor te komen. Met voorbeelden van poorters van onder meer Roeselare.

Mathijs Speecke

Een geselbroederschap van immigranten? Nieuwe gegevens over het Brugse godshuis Ter Calomme

155-170

Het patrocinium van dit godshuis, voor het eerst vermeld in 1363, verwijst mogelijks naar een broederschap van geselaars (flagellanten). In twee middeleeuwse partiële ledenlijsten komen nauwelijks bekenden voor. Later kwamen godshuis en kapel in handen van de wagenaars of voerlieden, en uiteindelijk van het brouwersambacht, tot ze eind 17de eeuw ontwijd en verkocht werden.

Karel De Clerck

Bruggeling Pierre Roman op vele fronten

171-178

Pierre Roman trok in 1933 naar de Vlaamse Cadettenschool Saffraanberg. Het was de start van een militaire carrière die hem tijdens WO II naar Zuid-Frankrijk, Londen, Italië en Walcheren bracht. Na de oorlog trad hij onder meer in functie als militair-attaché van regent-prins Karel en als vleugeladjudant van koning Boudewijn. Hij overlijdt in Brugge op 13 juni 1978.

Frans Debrabandere

Schrijven en wrijven

179-181

Enkele bedenkingen over de uitdrukking “schrijven en wrijven’.

Robert Boterberge

Bargedienst en goederenvervoer op de vaart Brugge – Sluis (tweede helft 17de – begin 18de eeuw)

182-196

Overzicht van het personen- en vrachtvervoer, nadat na het Verdrag van Munster in 1648 een dam gebouwd was bij het Fort Sint-Donaas. Het schippersambacht, dat dit vervoer uitbaatte en optrad tegen verboden transport over land, kende financiële problemen, onder meer door militaire operaties in de regio. Een aantal gebruikers en hun goederen worden toegelicht.

Brend Vantounhout

Arnoldus Grandsire, pastoor van Zandvoorde en prior van de Sint-Pietersabdij in Oudenburg

197-200

Korte biografische schets van deze 17de-eeuwse geestelijke met intellectuele belangstelling, die zorgde voor de heropbouw van de kerk van Zandvoorde.

Marc Carlier

Guido Gezelle en de laatste rederijkerswedstrijd in Heule in 1870

201-215

In 1870 vond de laatste rederijkerswedstrijd volgens de aloude traditie plaats georganiseerd door de twee letterkundige maatschappijen van Heule, De Vereenigde Fonteinisten en Moedertaal Overal! Dat de liberaal Achille Lagae erevoorzitter was van de katholieke rederijkerskamer De Vereenigde Fonteinisten was niet naar de zin van Guido Gezelle.

Rik Opsommer

De Ieperse stadsbaljuw en de verdediging van Nieuwpoort (1388)

216-218

Tussenkomst van de baljuw van Ieper bij het lichten van troepen ter verdediging van Nieuwpoort.

Ronald Van Belle

De grafzerk van Aernoudt Duuninck (†1544) en Katheline Dicx (†?) in Wilskerke,

219-227

Identificatie van een deel van een 16de-eeuwse grafzerk thans bewaard in Gent.

Marc Carlier

Het Biekorfken (1855), een Frans-Vlaamse uitgave voor de kleine man

228-231

In 1855 publiceerde het Comité flamand de France dit werkje. Het was een initiatief van priester Désiré Carnel.

Johan R. Boelaert

Kathleen Leenders en Erik Muls, De identificatie van het lijk van Karel de Stoute door de Brugse medicus Lopez de la Guarda

Omtrent de Portugese raadgever en medicus van Karel de Stoute, die het lijk van de gesneuvelde hertog identificeerde, en banden met Brugge had.

232-238